Boerenstroom

Inleiding

Het onderzoek

De gemeente Epe en de Energie Coöperatie Epe (ECE) hebben het initiatief genomen om een onderzoek naar systeemintegratie van hernieuwbare elektriciteit in een agrarische gemeenschap te laten uitvoeren (concept Boerenstroom). Dit heeft meerdere redenen:

  • Er is interesse in een systeem waarin hernieuwbare elektriciteit, die lokaal wordt opgewekt, ook lokaal kan worden getransporteerd, opgeslagen en gebruikt. Zo’n systeem kan bijdragen aan het behalen van de energie- en klimaatdoelen.
  • De netbeheerders lopen tegen de grenzen van hun netten aan nu er steeds meer hernieuwbare elektriciteit op het net komt en er steeds meer zaken geëlektrificeerd worden. De netbeheerders juichen initiatieven, waarmee het elektriciteitsnet wordt ontlast, toe.
  • De agrarische gemeenschap in Epe heeft veel beschikbare ruimte en dakoppervlak voor het plaatsen van hernieuwbare elektriciteitsinstallaties, zoals kleine windmolens en zonnepanelen.

Met de resultaten en conclusies uit dit onderzoek verwachten de gemeente en de ECE een beter beeld van de haalbaarheid van het concept Boerenstroom te hebben. Tevens wil de ECE graag weten wat de rol en de toegevoegde waarde van de ECE kan zijn. Beide partijen verwachten met de resultaten en conclusies uit dit onderzoek het gesprek over Boerenstroom verder te kunnen brengen.

Het onderzoek is uitgevoerd door adviesbureau ROM3D uit Harfsen, met medewerking van de gemeente, een aantal geïnteresseerde agrariërs, en de ECE.

Om een beeld te krijgen van de haalbaarheid van systeemintegratie van hernieuwbare energie in een agrarische gemeenschap is onder meer gekeken naar:

  • Wat de opwekpotentie van hernieuwbare elektriciteit met zonnepanelen en kleine windmolens is op 6 agrarische erven in de kern Oene in de gemeente Epe.
  • Hoe het elektriciteitsnet in Oene is opgebouwd en welke effecten het concept Boerenstroom heeft op het elektriciteitsnet.
  • De mogelijkheden voor participatie en versterking door de Energie Coöperatie Epe (ECE).

In dit kader is ook een agrarisch erf in Rouveen bezocht waar al hernieuwbare elektriciteit wordt opgewekt met kleine windmolens en zonnepanelen. De resultaten zijn in deze rapportage opgeschreven en samengevoegd om tot conclusies en aanbevelingen te komen over Boerenstroom.

Conclusies

Het concept Boerenstroom lijkt op basis van dit onderzoek een haalbare vorm van systeemintegratie die kan bijdragen aan het behalen van de energie- en klimaatdoelen. Op alle onderzochte agrarische erven in Oene lijken er voldoende mogelijkheden te zijn om niet alleen elektriciteit voor eigen gebruik op te wekken, maar ook om elektriciteit aan het elektriciteitsnet – en daarmee ook aan andere gebruikers – te leveren zonder dat het lokale elektriciteitsnet overbelast raakt. Wel moeten er nog enkele aanvullende berekeningen worden gemaakt om goed te kunnen beoordelen of het plaatsen van een kleine windmolen financieel rendabel kan zijn voor een agrariër (nu of in de toekomst). De berekeningen die voor dit onderzoek zijn gedaan laten zien dat het plaatsen van een kleine windmolen op dit moment financieel niet aantrekkelijk is. Het plaatsen van zonnepanelen is voor iedere agrariër economisch interessant. Een combinatie van een kleine windmolen met zonnepanelen levert in sommige situaties een economisch haalbare situatie op.
Om te zien of de extra opwek van hernieuwbare elektriciteit overbelasting van het elektriciteitsnetwerk kan veroorzaken is het goed om Liander een analyse te laten uitvoeren; doe dit op het moment dat er concrete investeringsplannen zijn op meerdere agrarische erven tegelijk. Aanvullend kunnen door verschillende flexibiliteitsmiddelen in te zetten vraag en aanbod beter in balans worden gebracht en kan de belasting op het net worden verminderd, waardoor er ook minder (maatschappelijke) kosten worden gemaakt.

De in ontwerp zijnde lokale regelgeving ten aanzien van zonnepanelen op dak en kleine windmolens biedt mogelijkheden om in de komende jaren tot realisatie over te gaan. De financiële context is per bedrijf, maar ook per moment, verschillend. Investeringskosten, exploitatiekosten, inkomsten per kWh ’s en subsidies en fiscale regelingen veranderen bijna constant. Daarom zijn de cijfers in het onderzoek slechts een momentopname en dienen er nog wel aanvullende berekeningen worden gemaakt.
Voor het lokaal verdelen van de elektriciteit – de elektriciteit die niet zelf door de agrariër wordt gebruikt – ligt een mogelijkheid voor energiecoöperaties, zoals de Energie Coöperatie Epe, die op basis van het wetsvoorstel Energiewet worden aangemerkt als ‘energiegemeenschap’ en in de toekomst energie mogen gaan leveren, al dan niet met vergunning. De ECE zou in de toekomst de teveel opgewekte elektriciteit kunnen verdelen (tegen een vergoeding) onder haar leden. Een andere mogelijkheid voor de ECE ligt er in het (mee-)investeren in de duurzame opwekinstallaties op de agrarische erven. Dit kan een eigen installatie zijn wanneer de agrariër genoeg ruimte op zijn erf en/of dak en/of aansluiting heeft, maar dit kan ook een gedeelde installatie zijn. Dit kan bij medewerking van de agrariër(s) op korte termijn al worden uitgevoerd.

Aanbevelingen

Vanwege het opdrachtgeverschap van de gemeente Epe, dat zij gemandateerd heeft aan de Energie Coöperatie Epe (ECE), zijn hier de aanbevelingen aan beide partijen gegeven.

Gemeente

  1. Stel in het ‘Uitwerkingskader zon en wind’ minder grenzen aan het aantal erfmolens per bouwvlak door het bijvoorbeeld op te hogen naar maximaal 2 per bouwvlak, zorg ervoor dat de afstand tot woningen van derden maatwerk mag zijn (bijvoorbeeld aan de hand van geluidseisen) en molens ook neergezet mogen worden voor de energiebehoefte van derden (bijvoorbeeld derden in de lokale omgeving; waarbij ‘lokale omgeving’ gedefinieerd moet worden). Het mogen leveren aan derden is essentieel voor het concept Boerenstroom.
  2. Neem in het ‘Uitwerkingskader zon en wind’ meer maatwerkmogelijkheden op ten aanzien van het niet mogen onderbreken van groenstructuren en kappen van bomen om de schaduwvorming op zonnepanelen te voorkomen. In sommige gevallen kan het best wenselijk en/of aanvaardbaar zijn om groenstructuren te onderbreken en bomen te kappen.
  3. Begin te werken met een online platform, zoals ENTRNCE, om lokaal elektriciteit te kunnen inkopen. Begin met een aantal publieke gebouwen. Koppel deze bijvoorbeeld aan één of meerdere zon op dak projecten. In een vervolgstap kan overwogen worden om met alle gemeentelijke aansluitingen over te stappen. Door lokaal elektriciteit in te gaan kopen kan een stimulans worden gegeven aan het investeren in zonnepanelen en kleine windmolens.
  4. Ondersteun ECE en de agrariërs in het contact met Liander. In het kader van onder andere de wijkuitvoeringsplannen en de Regionale Energiestrategie heeft de gemeente al veel contact met Liander en deze contacten kunnen worden gekoppeld aan ECE en de agrariërs.
  5. Neem het concept Boerenstroom mee in het wijkuitvoeringsplan voor Oene. Het lokaal opwekken, transporteren en gebruiken van hernieuwbare elektriciteit kan bijdragen aan het behalen van de doelstellingen die in het wijkuitvoeringsplan zullen worden opgenomen.

 

ECE

1. Onderhoud het tijdens dit onderzoek opgebouwde contact met de agrariërs. Om Boerenstroom te laten slagen moeten er ten eerste zonnepanelen en kleine windmolens worden geplaatst. Hiervoor is medewerking van de agrariërs noodzakelijk.
2. Ondersteun de agrariërs bij het verder in zicht krijgen van de energiepotentie op het erf, het zoeken van een balans tussen opwek en gebruik, het verkrijgen van financiering voor zonnepanelen en kleine windmolens (de optie, investering door de leden van ECE, hoort hierbij). Kijk hierbij ook nadrukkelijk naar wat het agrarisch bedrijf aan elektriciteit voor de lokale omgeving kan opwekken.
3. Ga in gesprek met Liander over Boerenstroom. Liander heeft de mogelijkheid om een analyse van het lokale elektriciteitsnet te maken en hiermee te zien in welke mate het elektriciteitsnet in de huidige situatie wordt belast en in welke mate het wordt belast als er meer elektriciteit wordt geproduceerd en/of gebruikt. Aangezien dit een arbeidsintensief proces voor Liander is, heeft Liander graag dat dit verzoek komt op het moment dat er concrete investeringsplannen zijn.
4. Ga aanvullend op de analyse van Liander zelf (met ondersteuning van een gespecialiseerd bedrijf) ook elektriciteitsmetingen uitvoeren in een gebied waar Boerenstroom wordt uitgerold. Doe dit zowel op agrarisch bedrijfsniveau als op niveau van het lokale elektriciteitsnet. Liander zal met zijn analyse niet achter de meter’ meten en het aanvullend meten op het elektriciteitsnet geeft een aanvullend beeld op de belasting van het elektriciteitsnet (een dubbele controle).
5. Volg de ontwikkelingen ten aanzien van de online platforms waar opwekkers en verbruikers rechtstreeks elektriciteit kunnen uitwisselen. De ECE kan door middel van zo’n platform de nieuwe verbinding tussen opwekken en verbruiker zijn. Stimuleer tevens de gemeente om lokaal elektriciteit in te gaan kopen.
6. Onderzoek verder of het plaatsen van een batterij ‘achter de meter’ of op het elektriciteitsnet bij kan dragen aan het verbeteren van de balans op het net en of er (extra) verdiend kan worden aan het handelen met elektriciteit via (coöperatief) aggregatie.
7. Ondersteun Energie Samen bij het opnemen van ‘energie delen’ in de Energiewet. Energie delen zou in potentie de energiekosten van de eigen leden en de maatschappelijke kosten naar beneden kunnen brengen en meer betrokkenheid van de leden kunnen veroorzaken.

Status van dit project

Op 9 mei is het onderzoeksrapport overhandigd aan de betrokken agrariërs en wethouder Maarten Heere van Gemeente Epe.

Realisatie

%

Dit haalbaarheidsonderzoek is afgerond. In de komende tijd onderzoekt ECE met geïnteresseerde agrariërs welke vervolgstappen mogelijk zijn. Indien van toepassing worden die dan weer in nieuwe projecten van de ECE vervat.

Klik hier om het rapport te downloaden.

De Stentor heeft ook aandacht besteed aan het onderzoek – zie dit artikel van 29 juli 2024.

Secured By miniOrange